Sedum

Sedum craigii   R.T.Clausen (Dutch)

Synoniem : Graptopetalum craigii (R.T.Clausen) In Variations of species Sedum of the Mexican Cordilleran Plateau, 21, 1981.

 

Er is in ’t verleden heel wat geredetwist omtrent de status van deze plant, men wist blijkbaar niet in welk vakje ze moest gepast worden. Wegens haar uitzicht vertoont ze teveel gelijkenis met Graptopetalum amethystinum (Ros) Walther en ook met Pachyphytum oviferum J.A.Purpus heeft ze veel gemeen maar de bloeiwijze is totaal anders.

 

Bijna 40 jaar na de eerstbeschrijving krijgt de auteur Clausen opnieuw twijfels omtrent zijn “eersteling”, vooral de ongewone bloei speelt hem parten en hij doet een poging om ze bij ’t geslacht Graptopetalum onder te brengen maar dat wordt categoriek van tafel geveegd.

 

Volgens de indeling van het geslacht Sedum door Alwin Berger behoort ze tot de sectie  11, de “Pachysedum”, samen met nog 12 soortgenoten (in Engler & Prantl, Nat. Pflanzenfam.2 Aufl. 18a 447, 1930) Die ondersectie werd door Clausen verhoogd tot Ondergeslacht (1993) met een nieuwe sectie “Craigii” waarin S. craigii de enige vertegenwoordiger is…

 

Prof. Dr. Uhl van de Cornell University meent omtrent deze problematiek dat :” deze soort is zeker geen goeie Sedum maar ook een slechte Graptopetalum.Tacitus (bellus) werd ook al als Graptopetalum gesteld alhoewel ze daar niet volledig in past.Vele amerikaanse soorten staan in het geslacht Sedum alhoewel ze deze eigenschappen niet helemaal bezitten en noch minder met eigenschappen van andere geslachten overeen stemmen. Al die soorten hybridiseren onderling….Zodus, wat zullen we daarmee aanvangen? “

 

Hetzelfde gebeurde ook al met Sedum suaveolens Kimnach.

 

Photo Noelene Tomlinson

Photo Wiebe Bosma

Beschrijving: klein struikvormig, klompvormig, stam vlezig, kruipend of hangend, blad zittend, lang eliptisch, vlezig, bovenkant rond, 2,5 tot 5cm lang en tot 2cm breed, sterk afgeronde onderkant, roodblauw, berijpt.

Bloeiwijze los (niet gedrongen), onvolledig bloemscherm (trugdoldig). Bloemen met sterk naar buiten gebogen petalen.

Groeiplaats: Mexico,Chihuahua, Barranca del Cobre.

Kultuur: moet onder glas gekweekt worden en in ’t volle zonlicht, normale watergift ’s zomers.Het substraat zeer doorlatend & mineraalrijk. ’s Winters bij 5 à 8° , af en toe met grote tussenpozen matig gieten (onderaan) om te vermijden dat het fijne wortelgestel zou afsterven.

Vermeerderen door zaad en bladstek.

Tekst : Helmut Regnat, Spitzwegstrasse 16, D-85521 Ottobrunn 

Uit het duits vertaald met toestemming van de auteur.

Literatuur: KuaS 49 (10) 1998

« back